Hoofdlichten en achteruitrijlichten: wat is het verschil tussen beide

Veel chauffeurs zijn niet op de hoogte van de verschillende soorten verlichtingssystemen. Deze omvatten looplichten en parkeerlichten - het verschil tussen beide is aanzienlijk en zij kunnen elkaar niet vervangen. Het is belangrijk te begrijpen waarvoor deze apparatuur wordt gebruikt en in welke omstandigheden het verplicht is ze te gebruiken.

Wat zijn parkeer- en navigatielichten

Dagrijlichten (DRL's) zijn een buitenverlichtingssysteem voor elk type voertuig. Zij hebben tot doel de voorzijde van het voertuig bij daglicht beter zichtbaar te maken. Het voertuig is veel beter zichtbaar in alle weersomstandigheden, wat de verkeersveiligheid verhoogt.

De parkeerlichten worden gebruikt om het voertuig te onderscheiden wanneer het geparkeerd staat bij slecht zicht, 's nachts en bij schemering. Hun helderheid is veel lager, wat voldoende is om een geparkeerde auto aan te geven; in het Engels wordt deze variant "Parking Light" genoemd.

In dit geval kunnen verschillende oplossingen worden gebruikt:

1. Dimlichten. Deze variant wordt vaak gebruikt als nalicht bij afwezigheid van parkeerlichten. In deze gevallen werken de koplampen vaak op laagspanning, wat energie bespaart en de slijtage vermindert van de lampen en reflectoren die door oververhitting beschadigd kunnen raken. In sommige landen is het gebruik van deze optie verboden.
   Dim- en mistlichten zijn een legaal alternatief voor looplichten.
2. Dimlicht op lage spanning. In Noord-Amerika wordt deze oplossing veel gebruikt. De spanning wordt geleverd via een speciale weerstand om ervoor te zorgen dat de lichtintensiteit niet hoger is dan 1500 candela. Dit systeem wordt door vele autofabrikanten in de fabriek gemonteerd en kan dus zonder enige beperking worden gebruikt.
3. Mistlampen. In Rusland staat de regelgeving het gebruik van mistlichten toe als vervanging voor grootlicht, het zorgt voor een goede zichtbaarheid van het voertuig. Maar in sommige landen is het verboden om mistlampen te voeren onder normale weersomstandigheden.
4. Vaste DRL's. Dit element is een afzonderlijk element dat verplicht werd op voertuigen uit Scandinavië. Aanvankelijk waren dit koplampen met gloeilampen, maar nu wordt LED-apparatuur gebruikt met een helder wit licht dat zelfs overdag goed zichtbaar is. Het elektriciteitsverbruik is minimaal, zodat de elektrische apparatuur minder wordt belast.

Wat de indeling betreft, zijn er enkele belangrijke punten waarmee rekening moet worden gehouden:

1. De afmetingen van de verlichtingsapparatuur moeten tussen 25 en 200 vierkante centimeter liggen volgens de Europese voorschriften en tussen 40 vierkante centimeter volgens de Russische voorschriften.
2. De helderheid van het licht bedraagt 400 tot 1200 cd voor Europa en 400 tot 800 candela voor de Russische Federatie.
3. De hoogte van de looplichten moet 25 tot 150 cm bedragen.

De afstand tot de rand van de auto mag niet meer dan 40 cm bedragen en de minimumafstand tussen de elementen bedraagt 60 cm.

Verschil tussen breedtelichten en looplichten

Het verschil in deze varianten is duidelijk, zelfs door hun ligging.

Overeenkomstig GOST R 41.48-2004 moeten de dagrijlichten automatisch worden ingeschakeld wanneer het contact wordt aangezet. Dit is een verplichte eis die in veel landen geldt. Als er geen aparte parkeerlichten zijn, kunt u dimlichten of mistlichten gebruiken. Het licht moet helder genoeg zijn om zowel bij bewolkt weer als op een heldere dag goed zicht te garanderen.

Eveneens overeenkomstig GOST moeten de navigatielichten worden uitgeschakeld wanneer het dimlicht of grootlicht wordt ontstoken. Maar tijdens het rijden zijn ze verplicht, ongeacht of het voertuig zich in de stad dan wel op de snelweg bevindt. De parkeerlichten zijn niet in alle auto's geïnstalleerd. Oudere modellen hebben ze helemaal niet, terwijl de meeste nieuwere modellen deze optie al hebben.

Lees ook

Speciale kenmerken van parkeerlichten volgens de verkeersregels

 

Rijlichten zijn op alle auto's geïnstalleerd en worden voor andere doeleinden gebruikt. Meestal gaat het om een lamp met een laag wattage die zich in de koplamp bevindt, maar afzonderlijk van het dimlicht werkt. Zij mogen niet worden gebruikt als vervanging voor de looplichten omdat de helderheid van het licht gering is en de functie van dit element anders is.

Sommige oudere auto's, meestal van Japanse makelij, hadden ook zijparkeerlichten. Deze waren wit van kleur en werkten zowel bij het parkeren als bij het wisselen van rijstrook, waardoor het zicht werd verbeterd en extra veiligheid werd geboden.

Bij de installatie van de parkeerlichten zelf moet de plaatsing ervan in overeenstemming zijn met de voorschriften.

Sommige bestuurders installeren heldere LED-lampen in de parkeerlichten om ze te gebruiken als vervanging voor de parkeerlichten. Dit is bij wet verboden en leidt tot een boete.

Wanneer de parkeerlichten aanzetten

Parkeerlichten worden vaak parkeerlichten genoemd, en zij worden wettelijk gebruikt op geparkeerde voertuigen. Ze moeten aan staan wanneer het donker wordt (op weggedeelten zonder lichten) en wanneer het zicht slecht is. Dit is om de auto zichtbaar te maken en het risico van een botsing te verkleinen.

Het verschil tussen parkeerlichten en dimlichten niet alleen in hun functie, maar ook in hun helderheid. De parkeerlichten gebruiken een spaarlamp, die veel minder stroom verbruikt en de accu niet te snel opgebruikt. Het licht is zwak genoeg, maar het is duidelijk zichtbaar in het donker.

Terwijl de voorlampen gewoonlijk wit of geel zijn, zijn de achterlampen altijd rood. Dit is gedaan om duidelijk te maken naar welke kant de auto is gericht. Dit type licht moet ook te allen tijde branden bij het trekken van aanhangwagens, opleggers of defecte voertuigen.

De parkeerlichten aan de achterkant zijn altijd rood.

Parkeerlichten worden ook ingeschakeld in geval van sneeuw en andere weersomstandigheden die het zicht verminderen. In dat geval worden ze gebruikt samen met dimlicht, mistlichten, enz.

Lees ook

Grootlichtkoplampen - gebruiksvoorschriften

 

Het aanbrengen van gekleurde parkeerlichten aan de voorzijde is verboden en kan leiden tot een boete of zelfs tot verlies van het rijbewijs. Hetzelfde geldt voor de achterlichten, die rode parkeerlichten moeten hebben.

De verschillen tussen dagrijlichten en parkeerlichten zijn gemakkelijk te begrijpen. Het belangrijkste is dat je elke optie correct gebruikt, zodat je de regels niet overtreedt. Als uw auto geen dagrijlicht heeft, mag u extra lichtbronnen gebruiken die voor dit doel zijn bestemd, en het is niet bij wet verboden.